Inleiding in de wijsgerige ethiek – Deel 2
Eerste kennismaking met Kants plichtsethiek en met het utilitarisme
Misschien is nooit eerder in de geschiedenis het woord ‘ethiek’ zo gemakkelijk over ieders lippen gerold als in de huidige tijd. Na de bankencrisis beloofden bankiers voortaan een ethische code in acht te nemen, en zelfs een multinational als Shell laat zich ondanks de door het bedrijf veroorzaakte milieuschade in bijvoorbeeld een land als Nigeria, voorstaan op zijn
ethische bedrijfsvoering. Ethiek lijkt het toverwoord bij uitstek te zijn geworden waarmee criticasters de mond gesnoerd moet worden. Ook onze politici schermen graag met het woord ‘ethiek’, al klinkt het uit hun mond in de regel als een goedkope verkiezingsslogan. Op de vraag wat het woord ‘ethiek’ dan wel betekent dat CEO’ s van grote bedrijven, bankiers en politici zo gemakkelijk in de mond nemen, volgt meestal een nietszeggend antwoord. In een cursus van een aantal semesters wordt geprobeerd een serieus antwoord op deze vraag te geven en wel door aandacht te vragen voor de belangrijkste richtingen die in de loop van de geschiedenis hun eigen invulling aan de wijsgerige ethiek hebben gegeven. Zo vragen we aandacht voor de klassieke deugdethiek van met name Aristoteles, de plichtsethiek van Immanuel Kant, het utilitarisme van bijvoorbeeld John Stuart Mill en sluiten we de cursus af met de joods-Franse denker Emmanuel Levinas, die de traditie van het westerse denken karakteriseert als een vergetelheid van de ethiek.
…
Met zijn Kritik der praktischen Vernunft heeft de grote Duitse filosoof Immanuel Kant (1724-1804) ons een monumentaal werk nagelaten dat het aangezicht van de geschiedenis van de wijsgerige ethiek definitief heeft veranderd. In tegenstelling tot de klassieke deugdethiek met haar centrale vraag naar het geslaagde leven, draait het bij Kant allemaal om deze ene moraal-filosofische vraag: wat moet ik doen of hoe moet ik handelen? Met deze vraag staan we aan de wieg van de plichtsethiek. Voor-taan staat niet langer het geslaagde en gelukkige leven op de voorgrond, maar draait alles om de vervulling van je plicht. Deze vervulling wordt echter niet afgedwongen door een externe of heteronome autoriteit (God, de kerk, de natuurwet), maar door onze eigen praktische rede. Duidelijk moet worden dat Kant zijn denken van de plicht inbedt in zijn gedachte van de autonomie, dat wil zeggen in de autonome redelijkheid, die zich evenwel niet beperkt tot de menselijke redelijkheid, maar zich uitstrekt tot de redelijkheid überhaupt. Uiteindelijk zijn we slechts verantwoording verschuldigd aan de autoriteit van onze eigen praktische rede. Tijdens de colleges moet duidelijk worden dat de gedachte van de autonomie het hart vormt van de plichtsethiek en zij ook ten grondslag ligt aan de beroemde categorische imperatief, waarop zelfs de oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann zich beriep gedurende zijn proces te Jeruzalem. In het licht van deze autonomie verschijnt de vrijheid dan ook als autonome vrijheid en moet wetgeving worden begrepen als zelfwetgeving.
Tijdens de slotcolleges steken we het Kanaal over naar Groot-Brittannië, om daar ons licht op te steken bij bijvoorbeeld een denker als John Stuart Mill (1806-1873), die geldt als de belangrijkste vertegenwoordiger van het utilitarisme, de ethische stroming die tot op de dag van vandaag vooral naam en faam heeft gemaakt in de Angelsaksische wereld. De kerngedachte van het utilitarisme luidt dat goed is wat nuttig is voor de grootst mogelijke groep. Tijdens de recente coronapandemie bedienden nogal wat tegenstanders van de quarantainemaatregelen zich van een utilitaristische argumentatie om uitdrukking te geven aan hun onvrede. Zo vroegen sommige columnisten zich hardop af waarom er maatregelen werden genomen die de economie (het nut van de meerderheid) schaadden en dit alleen maar om een kleine groep kwetsbare ouderen te beschermen. Deze argumentatie werpt ook onmiddellijk een licht op de problematische of zelfs kwalijke kant van het utilitarisme. Aangezien deze leer nog steeds veel aanhangers heeft, mag ze echter niet ontbreken in een inleiding in de wijsgerige ethiek en zullen we ons ermee uiteen moeten zetten.
Onderwijsvorm: Hoorcolleges met de mogelijkheid tot het stellen van vragen.
Literatuur: Er worden opzetten en samenvattingen van de colleges aan de cursisten uitgedeeld of gemaild.
Over de docent:
Drs. Nico Dieteren verzorgt, na afronding van de studies Nederlandse taal- en letter-kunde en filosofie, al meer dan twintig jaar cursussen filosofie. Zo was hij onder andere van 1996-2020 als docent filosofie werkzaam voor HOVO Nijmegen.
Docent
Drs. Nico Dieteren
Tijdstip cursus
Dinsdagmiddag van 13.30-15.30 uur
Begin- en einddatum
30 september tot en met 9 december 2025 m.u.v. 14 oktober
Locatie
Titus Brandsma Memorial Nijmegen (de cursus vindt plaats in de Tituszaal).
Stijn Buysstraat 11 6512 CJ NIJMEGEN (op loopafstand van station Nijmegen en vlakbij het Keizer Karelplein)
Aantal colleges
10
Kosten
€ 325
Aanmelden
U kunt zich aanmelden via het volgende e-mailadres: n.dieteren@chello.nl
Belangrijke mededeling
U kunt per semester inschrijven en bent dus zeker niet verplicht aan alle semesters deel te nemen. Het bekende gezegde ‘wie A zegt moet ook B zeggen’ geldt niet voor de deelnemers aan deze cursus.